Exportmodule Creditbility

<< Click to Display Table of Contents >>

Exportmodule Creditbility

Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de exportmodule voor Creditbility, hierbij zullen de volgende onderwerpen worden behandeld:

 

Het aanroepen van de exportmodule

 

Het vastleggen van eenmalige instellingen

 

Het aanmaken van de databestanden

 

I. Het aanroepen van de exportmodule

 

Menu opties: 'Exporteren', 'Creditbility'

 

Alle handelingen met betrekking tot het aanmaken van databestanden verlopen via het scherm 'Exportmodule Creditbility'.

 

Bij het openen van dit scherm wordt gevraagd of de gegevens uit de database van het boekhoudpakket moeten worden geïmporteerd. Importeer de gegevens opnieuw indien er sinds de laatste importactie boekingen werden verricht in het boekhoudpakket.

 

II. Het vastleggen van eenmalige instellingen

 

Bij het in gebruik nemen van de exportmodule moeten de volgende instellingen worden vastgelegd:

 

1.Het bestandenpad

Geef hier aan waar de door d-basics aangemaakte databestanden moeten worden opgeslagen. Vanuit deze map worden de databestanden naar Creditbility verstuurd.

 

2.Benodigde gegevens
Vul bij punt 2 de volgende - door Credibilty verschafte - gegevens in:

klantnummer

Code mapsjabloon

 
(Zie hierna voor informatie betreffende het bestandvolgnummer)
 

3.Instellingen versturen

De door d-basics aangemaakte databestanden kunnen - direct na het aanmaken - automatisch naar Creditbility worden verstuurd. Hiervoor moeten de volgende instellingen worden ingevuld:

 

Automatisch versturen
Selecteer deze optie indien d-basics de databestanden direct na het aanmaken automatisch moet versturen.

 

Instellingen e-mail

Selecteer de optie "e-mail" - indien de gegevens via e-mail moeten worden verstuurd - en vul de volgende gegevens in:

 

Verstuur methode

Selecteer hier de methode (SMTP of Outlook) die moet worden gebruikt voor het versturen van e-mail.

 

Opmerking:

De aanbevolen verzendmethode is "Outlook". Deze methode kan overigens alleen worden gebruikt als het betreffende programma op de juiste manier is geïnstalleerd - op de computer waarop d-basics is geïnstalleerd - en zodanig is ingesteld dat er e-mail mee kan worden verstuurd.

 

Mail server (alleen bij SMTP)

Vul hier de naam of het IP adres in van de mail server die moet worden gebruikt voor het versturen van de e-mail. Dit kan de interne mailserver (LAN) zijn of de mailserver van de internet provider.

 

E-mail afzender (alleen bij SMTP)

Vul hier uw eigen e-mail adres in.

 

E-mail ontvanger data

Vul hier het e-mail adres in waar de databestanden naar toe moeten worden gestuurd.

 

E-mail bevestiging

Vul hier het e-mail adres in waar een bevestiging - van het versturen van de databestanden - naar toe moet worden gestuurd.

 

Instellingen SFTP server

Selecteer de optie "SFTP" - indien de gegevens via SFTP moeten worden verstuurd - en vul de volgende gegevens in:

 

FTP server en Poort

Selecteer hier het (IP)adres van de FTP server waar de gegevens naar toe moeten worden gestuurd of vul dit adres in. Vul verder de poort in waarlangs de verbinding met deze server moet worden opgebouwd, standaard is dit poort 22.

 

Gebruikersnaam en wachtwoord

Bij het versturen van gegevens moet worden ingelogd op de FTP server. U heeft hiervoor van Creditbility een gebruikersnaam en wachtwoord ontvangen. Neem deze gegevens exact over in de daarvoor bedoelde invulvakken.

III. Het aanmaken van databestanden

 

Na het importeren van de gegevens uit het boekhoudpakket en het vastleggen van de eenmalige instellingen, kunnen de databestanden worden aangemaakt. Hiervoor moeten de volgende stappen worden doorlopen:

 

Stap 1: Instellen filters

 

Met behulp van filters kan worden aangegeven dat de gegevens van bepaalde debiteuren en/of openstaande posten niet moeten worden opgenomen in de databestanden (punt 4 in het scherm van de Exportmodule). Het gebruik van filters wordt beschreven in de bijlage 'Het gebruik van filters'.

 

Stap 2: Controleren bestandvolgnummer

 

De bestanden die naar Creditbility worden verstuurd moeten doorlopend worden genummerd. Hiertoe wordt het bestandvolgnummer telkens na het  versturen van bestanden door d-basics automatisch verhoogd. Indien tussentijds bestanden werden zonder deze te versturen (of waarbij het versturen is mislukt), kan het bestandvolgnummer - bij punt 2 - handmatig worden aangepast. Vul in dit geval het bestandvolgnummer in dat 1 cijfer hoger is dan dat van de laatst opgestuurde bestanden.

 

Stap 3: Aanmaken databestanden

 

Druk voor het aanmaken van de databestanden op de knop 'Start' (in het scherm van de exportmodule). Voorafgaand aan het aanmaken van de databestanden voert d-basics de volgende controles uit:

 

Zijn de instellingen van de exportmodule juist ingevuld?

 

Onjuiste of onvolledige instellingen worden in het rood weergegeven en moeten worden gecorrigeerd alvorens de databestanden worden aangemaakt.

 

Zijn de land, taal en valutacodes aan de juiste ISO code gekoppeld?

 

Bij het aanmaken van de databestanden wordt gecontroleerd of de in het boekhoudpakket gehanteerde codes voor land, taal en valuta overeenstemmen met de hiervoor geldende ISO codes. Indien een afwijkende code wordt gesignaleerd moet deze worden gekoppeld aan de daarmee corresponderende ISO-code voor Taal-, Land- of Valuta.

 

Opmerking:

 

Zolang niet alle land, taal en valuta codes aan een ISO code zijn gekoppeld is het niet mogelijk databestanden aan te maken.

 

Na het succesvol doorlopen van de controles worden de databestanden aangemaakt en opgeslagen in de export map. Deze bestanden moeten vervolgens worden geïmporteerd in Creditbility. Voor meer informatie wordt verwezen naar de handleiding van Creditbility.

 

Stap 4: Raadplegen van Overzicht en Log

 

Na het aanmaken van de databestanden kunnen de verrichtingen van d-basics worden gecontroleerd:

 

Overzicht

 

De derde tab op het scherm van de exportmodule laat zien hoeveel debiteuren en openstaande posten in de bestanden zijn opgenomen. Tevens wordt het totaalbedrag van de geëxporteerde vorderingen getoond.

 

Log

 

De vierde tab op het scherm van de exportmodule toont het export log. Hierin wordt o.a. aangegeven of het inlezen van de gegevens uit het boekhoudpakket succesvol is verlopen en of de databestanden succesvol zijn aangemaakt. De meldingen in het log bestand worden beschreven in de bijlage 'Meldingen log bestand'